KlimaKeur verzorgt verplichte EPBD III-keuring van koel- en verwarmingsinstallaties 'Als ondernemer wil je weten waar je staat'

De boodschap lijkt nog niet overal doorgedrongen binnen het bedrijfsleven: bij koel- en verwarmingsinstallaties met een nominaal vermogen vanaf 70 kilowatt zijn pandeigenaren verplicht elke vijf jaar een EPBD III-keuring* te laten uitvoeren. KlimaKeur uit Kapel-Avezaath kan dit volgens de officiële richtlijnen verzorgen. “Niet alleen omdat het moet, maar ook omdat je als ondernemer inzichtelijk wilt hebben hoe je je gebouw verduurzaamt en niet alleen energie, maar ook kosten bespaart."

Tekst: Aart van der Haagen
Fotografie: Aart van der Haagen, KlimaKeur
 
In nieuwspublicaties komen de cijfers met enige regelmaat voorbij: alle bestaande gebouwen in Nederland moeten uiterlijk in 2050 volledig klimaatneutraal zijn en voor kantoorpanden ligt er reeds in 2030 een deadline om energielabel A te bereiken. “Het gemiddelde ligt nu op C, met nog slechts vijfenhalf jaar te gaan,” zegt Raymond Gerritsen, gecertificeerd EPBD-inspecteur bij KlimaKeur. “Als ik het op basis van mijn ervaringen zo inschat, lopen we al gauw vijftien, twintig jaar achter op de doelstellingen.” Daaruit valt dus op te maken dat het bedrijfsleven een inhaalrace moet plegen. De praktijk leert dat dat niet of in ieder geval onvoldoende gebeurt zonder prikkels vanuit de overheid, vandaar dat er een landelijke verplichting geldt om elke vijf jaar een EPBD III-keuring te laten uitvoeren wanneer de koel- en verwarmingsinstallaties van een gebouw een nominaal vermogen van 70 kW hebben. “Veel ondernemers zijn zich daarvan niet bewust. Trouwens, vanuit het werkveld weten we dat er vooralsnog niet op gehandhaafd wordt. Sterker nog, ook bij overheidsgebouwen vindt niet altijd deze periodieke controle plaats, terwijl je vanuit die hoek toch een voorbeeldfunctie zou verwachten.”
 
Tegen investeringen aanhikken
Geeft dat pandeigenaren vrij spel om de wettelijk voorgeschreven EPBD III-keuring dan maar naast zich neer te leggen? “Nee, natuurlijk niet,” stelt Gerritsen. “Mocht de controle daarop vroeg of laat toch plaatsvinden, dan kom je er waarschijnlijk in eerste instantie nog met een waarschuwing vanaf. Onderneem je vervolgens geen actie, dan zal uiteindelijk ongetwijfeld een boete volgen. Het gaat echter niet alleen maar om gehoorzaamheid. Uiteindelijk moeten we allemaal ons steentje bijdragen om de wereld ook in de verre toekomst leefbaar te houden en dus zorgvuldig met het klimaat om te springen. We weten dat eigenaren aanhikken tegen investeringen om hun gebouwen te verduurzamen, maar wanneer wij ze voorrekenen dat de maatregelen die ze kunnen treffen veel energie en daarmee kosten besparen, ziet het plaatje er ineens aanmerkelijk anders uit. Als ondernemer kijk je toch naar de langere termijn? Vergeet daarbij niet dat eventuele huurders dit aspect ook kritisch onder de loep nemen. Met een tochtig, slecht geïsoleerd pand waarin verouderde installaties staan en waar het energieverbruik hoog ligt blijf je in je maag zitten. Ook in de huidige tijd al.”
 
Afwachtende houding
Gerritsen constateert dat sommige eigenaren van een bedrijfspand een afwachtende houding aannemen. “Door de woningnood in Nederland klopt op sommige locaties de ene na de andere projectontwikkelaar of de gemeente aan, vanuit interesse om het gebouw over te nemen en plat te gooien dan wel tot casco te strippen, waarna er een appartementencomplex kan verrijzen. Zeker in dichtbevolkte gebieden wacht de bezitter van het pand dan graag het hoogste bod af. Het spreekt voor zich dat hij er in zo’n fase weinig voor voelt om duurzaamheidsinvesteringen te doen, want in hoeverre zijn die nog nuttig en terug te verdienen? Aan de andere kant kun je niet in de toekomst kijken en moet je dus wel een plan B hebben. Als ondernemer wil je weten waar je staat en los van de wettelijke verplichting is het laten uitvoeren van een EPBD III-keuring dan heel zinvol. Dat proces verzorgen we bij KlimaKeur van A tot Z, inclusief een uitgebreide rapportage, die als leidraad dient voor een adviesgesprek. De inspectie die we uitvoeren verplicht overigens tot niets als het gaat om het treffen van duurzaamheidsmaatregelen. Welke keuzes je daarin maakt, dat beslis je als ondernemer zelf. Wij geven er ‘slechts’ advies over, gekoppeld aan een raming van de kosten.”
 
Compleet inventariseren
 Volgens Gerritsen komen aan elke EPBD III-keuring twee inspecteurs te pas, namens twee verschillende organisaties. “Dat is wettelijk zo geregeld, om belangenverstrengeling te voorkomen. Bij bedrijven met een totaal installatievermogen van 290 kilowatt of meer moet ik zelfs steekproeven uitvoeren op de metingen die de andere inspecteur doet. Vergelijk het met hoe een apk bij auto’s werkt.” KlimaKeur begint bij elke klant met een nulmeting. “We inventariseren het complete gebouw, van raamoppervlakken, ventilatie, gas- en elektraverbruik van installaties tot isolatie van muren en leidingen. Daaruit volgt een kosten-batenanalyse, waar we een soortgelijk plaatje tegenover zetten op basis van de door ons aanbevolen duurzaamheidsmaatregelen. Uit ervaring weten we dat ondernemers zich erg focussen op de investeringen die ze zouden moeten doen, terwijl ze zich niet voldoende oriënteren op de besparingen die deze op den duur zullen opleveren en die elke maand blijven terugkeren door een lagere energierekening. Nog afgezien van het feit dat een goed geïsoleerd gebouw met een moderne klimaatinstallatie het welzijn van de medewerkers bevordert en daarmee het ziekteverzuim terugdringt.”
 
Voor niks verstoken
De EPBD III-keuring zoals KlimaKeur die verricht werkt vooral verhelderend. Gerritsen: “Ondernemers staan er vaak helemaal niet bij stil dat ze met kleine maatregelen die relatief weinig geld kosten al veel kunnen bereiken op het gebied van verduurzaming en energiebesparing. Waarom zou je de sensorgestuurde verlichting van je toiletten niet ook aan de luchtafvoer koppelen? Dat deze uitsluitend tijdens en kort na gebruik van het sanitair draait. Maak er een discipline van om de verwarming of de airconditioning buiten werktijden uit te schakelen. Je zult de ondernemers de kost geven die dat over het hoofd zien. Soms werken de systemen zelfs onbedoeld tegen elkaar in. Wanneer een radiator met een thermostaat in dezelfde ruimte staat als een airco, kan door deze ‘voeler’ tegelijk de verwarming aanspringen, wat je natuurlijk niet wilt. Wij komen trouwens regelmatig cv-installaties tegen die op een te hoge temperatuur zijn ingesteld. Vaak wel 80 of zelfs 90 graden, terwijl meer dan 55 à 60 graden niet hoeft. Die 20, 25 graden méér loop je letterlijk voor niks te verstoken. Betreft het een kantoor waar de hele dag diverse printers draaien, overweeg dan eens om ze in één ruimte te plaatsen en de warmte die ze produceren te gebruiken om het gebouw op een aangename temperatuur te brengen. Dat kan ook als je een eigen server hebt staan.”
 
Zonweringen, sedumdak
 KlimaKeur geeft nog een aantal interessante bespaartips. “Onderschat de impact van goede zonweringen voor de ramen niet,” zegt Gerritsen. “Die kunnen op warme dagen de temperatuur binnen het gebouw tot tien procent verlagen. Weleens nagedacht over een sedumdak met vetplantjes? Dat scheelt zomaar vier procent in de zomer en werkt in de winter extra isolerend. Steeds meer bekendheid krijgt de warmteterugwininstallatie, kortweg wtw, die je inmiddels in heel veel moderne bedrijfspanden en niet te vergeten woningen tegenkomt. Deze gebruikt ’s winters de warmte lucht die hij afzuigt om de inkomende koude lucht van buiten via een kruisstroomwisselaar naar een hogere temperatuur te brengen, wat zomaar een paar graden scheelt in het gebouw. Zo hoef je minder bij te stoken. ’s Zomers werkt het systeem precies andersom, met dus een koelend effect, waardoor de airconditioning minder hard hoeft te draaien. Wat we in toenemende mate in gebouwen zien, onder andere bij sportscholen, is een voorverwarmer voor de luchtbehandelingskast. Bij die laatste valt overigens ook winst in energieverbruik te behalen door verouderde grote motoren te vervangen door moderne, efficiënte ventilatoren.”
 
Batterij
Hoezeer bepaalde verduurzamingsmaatregelen ook voor het grijpen liggen, KlimaKeur kent vanuit de dagelijkse praktijk de uitdagingen waarmee pandeigenaren worstelen. Gerritsen: “Wij stuiten af en toe op situaties waarin de ondernemer zijn dak vol met zonnepanelen wil leggen, maar dat van de gemeente niet mag, omdat het stroomnet overbelast raakt. Daarnaast vormen het wegvallen van de salderingsregeling en het invoeren van terugleverkosten door steeds meer energiemaatschappijen een hot item. Dat valt te ondervangen door het aantal te plaatsen zonnepanelen zorgvuldig op het gebruik af te stemmen en in de eigen daluren de opgewekte stroom op te slaan in een batterij. Wij kunnen de ondernemer de investering, eventuele subsidiemogelijkheden, de terugverdientijd en daarmee het rendement voorrekenen. Net als bij alle andere denkbare verduurzamingsmaatregelen, bijvoorbeeld het installeren van vloerverwarming of een hoogrendementsketel. Overigens maakt ook zorgvuldig onderhoud aan installaties het verschil. Als je weet waar je staat en helder in beeld krijgt welke verduurzamingsmaatregelen er mogelijk zijn, kun je anticiperen op de toekomst en al snel beginnen met energie besparen.”
 
* Energy Performance of Building Directive
 
www.klimakeur.nl